2017 Noorwegen/Oslo

 

Onze belevenissen 2017 staan hieronder chronologisch beschreven.

Te water 2017

Begin april gaat Bellefleur gepoetst en met geverfd onderwaterschip te water bij Schaap Shipcare

 

Medio april

We monteerden zonnepanelen op het kajuitdak

Weekend 13 en 14 mei Acht Sentijns ontmoeten elkaar in Enkhuizen

 

Vlieland, 29 mei
Op de afgesproken dag en tijd arriveert Ali om op ons huis te gaan passen. Met een gerust hart verlaten we Enschede op vrijdag 26 mei voor maar liefst acht weken. Op Bellefleur verorberen we eerst een maaltijd en gaan dan aan de slag om de meegebrachte spullen te stouwen. Daar komen we niet mee klaar en we besluiten daarom zaterdag niet te gaan varen. De hekstoel die vervangen is, staat prima. Door de werkzaamheden is vooral het dek vuil. Een schrob beurt maakt haar een stuk toonbaarder. De spullen passen er weer allemaal in. De verse boodschappen van de plaatselijke Jumbo kunnen er ook nog bij. In de middag brengen we een bezoek aan neef Lieuwe in Franeker. We wandelen na het avondeten rond de waterpartijen tussen de jachthavens aan de zuidzijde van het Makkummerdiep en zien er honderden orchideeën bloeien. Prachtig!
Zondagmorgen varen we op de motor naar de sluis bij Kornwerderzand. Het is dan al druk met schepen die naar het IJsselmeer komen. Op de Waddenzee hebben we nog nooit zo veel schepen gezien.

Drukte bij de Pollendam

Er zijn ook veel grote schepen bij die de roeiboten van de Harlingen-Terschelling race weer naar huis brengen. Het is fantastisch zeilweer: zon en wind. Bij de Pollendam kunnen we wegens de drukte niet zeilen. Het grootzeil doet een beetje maar de meeste voortstuwing moet van de motor komen. De rest kan zeilend, deels kruisend. Op Vlieland vrij veel lege boxen (in het Hemelvaartweekend was de jachthaven compleet vol). Na het afmeren genieten we van een heerlijk koel Grolschje. Vanaf het duin net ten noorden van de haven zien we op zandplaten ca. 500 meter verderop veel zeehonden, we schatten meer dan honderd!
Leek het er eerst op dat we maandag kunnen varen naar Cuxhaven, dat gaat niet door omdat de weersverwachtingen heel anders zijn. We doen rustig aan, wandelen, stellen het aantal zeehonden op de platen bij tot 200!, Hans smeert de lieren op de kuipranden, we verkennen opties voor varen naar Cuxhaven en Thyboron.

Zeehonden op de Richel te zien vanaf Vlieland

Laeso, midden in het Kattegat, 5 juni

Vlieland verlaten we klokke zes in de morgen van dinsdag 30 mei. We kruisen met een paar grote slagen het zeegat uit. Willemien pakt meteen het drie uur op drie uur af ritme op en slaapt in de af-periode heel goed. Hans heeft daar moeite mee en slaapt overdag weinig. Dat gaat ten koste van de conditie die je op de vrij woelige zee wel nodig hebt. Net niet lekker fit en dat is lastig. De wind is sterker dan we in de voorspelling zagen en ook hebben onverwacht wel zon. Dat laatste is erg prettig, het maakt de reis overdag veel comfortabeler. Om 22 uur gaat de zon onder. Echt heel donker wordt het niet. We zien een kleine maan. Rond 2 uur begint het al weer licht te worden. We gaan met flinke vaart met een knik in de schoot de goede kant op. We zien windfarms met honderden molens maar hoeven onze koers niet aan te passen. Geleidelijk wordt duidelijk dat we geen tweede nacht op zee hoeven te zijn. We meren af in Thyboron om 20 uur. Achtendertig uur zeilen, afgelegde afstand 272 mijlen. We eten een simpele, snelle maaltijd en gaan gauw slapen, met een goed gevoel!

Hans staat weer fit op. Op basis van de weerberichten besluiten we door de Limfjord te varen. Aan het begin van de tocht zien we op een zandbank ongeveer 30 zeehonden liggen. We varen 30 mijl door afwisselend vaarwater naar een stille baai, de Harre Wig. Het kleine anker pakt prima. We hebben een rustige nacht met rondom het zacht glooiende, vriendelijke Deense landschap. Er is geen plek waar je geen windmolens ziet. Het stoort ons helemaal niet.

Op 2 juni komen we zeilend (alleen het nauwe gebaggerde geultje bij Logstor en een geultje bij de eindbestemming moeten op de motor) tot Aalborg. Vooral de bredere delen van de Limfjord bekoren ons. In de stad kunnen we op de zaterdagavond voor Pinksteren nog boodschappen doen. Met internet van de jachthaven halen we weerberichten, mail en kranten binnen.
Pinksterzondag drinken we eerst rustig koffie. Hoewel….. we zijn onrustig omdat we met onze telefoons niet het internet op kunnen sinds we in Denemarken zijn. De KPN weet ook geen advies te geven waar we direct baat bij hebben. Maar aan het eind van de ochtend is het ineens toch voor elkaar. Heeft KPN actie ondernomen? We zullen het nooit weten. Na de lunch varen we naar Hals, een stadje bij de uitgang van de Limfjord aan het Kattegat. Mooie zeilwind, wel wat regen. In de haven is het water compleet gevuld met kwallen.

Kwallensoep

In de avond wandelen we langs een oud verdedigingswerk (de Skansen) en langs het water naar het oosten. Zien een ree op korte afstand, horen vele rietvogels en leeuweriken, een paartje bezorgde tureluurs. Op afstand op de zandplaten wemelt het van de vogels. Bergeenden scharrelen in ondiep water. In het dorp lopen we nog even rond de kerk. Het kerkhof is aangeharkt en verder ook zeer verzorgd. Ook bij de huizen veel aandacht voor planten, bloemen en fruitbomen. Pas om 22 uur weer aan boord. Verkennen dan nog een tocht naar Zweden in een enkele stap. Pas om 23.30 uur gaat het licht uit.

Op Pinkstermaandag besluiten we toch een kleinere tocht te maken. Bestemming wordt het eiland Laeso. De afstand is slechts 31 mijl maar we doen er lang over. Meest zit de wind pal achter, spinnaker op, maar door veel windrichting veranderingen en te lage windsnelheid moet een deel op de motor. Om 17 uur meren we af. Een Zweedse dame helpt ons bij het gebruik van de hekankerlijnen. Het is bijzonder leeg in de haven. In de avond nog een mooie wandeling langs het strand, door de duinen, het bos en het dorp.

Willemien op het strand van Læsø.

Hans in de duinen van Læsø.

Læsø, met behulp van EU subsidie kun je van eeen overbodige kerk een kuroord maken.

Læsø

Bellefleur in een vrijwel lege haven van Læsø.

Marstrand, zeilersmekka in het Zweedse scherengebied, ongeveer 60 km ten NW van Goteborg, 8 juni

Dinsdag 6 juni varen we met kleine genua en ongereefd grootzeil met goede snelheid van Laeso DK naar een klein eilandje in de Zweedse scheren Hyppeln. De zon schijnt op een zee met behoorlijke golven, vooral als we uit de luwte van Laeso komen. Met de ZO wind is het bij het naderen van de scheren meteen veel rustiger. Wel prettig nu we weer dicht langs rotsen gaan varen. In totaal is de afstand maar 38 mijl. Voor het echt aanwakkeren van de wind liggen we in het haventje mooi beschut voor de komende Z, ZO en ZW winden met kracht 7. We wandelen het enige pad van het eiland. Veel grillig gekleurde rotsen met aan de westzijde een imposante morene. Een mooi afwisselend landschap met verrassende doorkijkjes naar de scheren. We zien de strandkoekoeksbloem bloeien terwijl de koekoek langs vliegt. Verder onder andere rondbladige zonnedauw, “skrubbaer”, Pedicularis palustris. In de avond komt de havenmeester langs om het liggeld te innen.

Mooie rotsen op Hyppeln

 

Woensdag is een verwaaidag met veel regen. Als de wind dwars op Bellefleur staat liggen we behoorlijk schuin. In de middag is het even droog en lopen we het pad in de andere richting. Bij het kleine winkeltje hebben ze zeer beperkte openingsuren maar gelukkig wel een lekker vers brood. We vermaken ons prima met lezen en schrijven. Het ziet er naar uit dat we morgen een periode met te hanteren wind hebben vroeg in de ochtend.

De wakker loopt af om zes uur. We gaan los om half acht. We hebben de kleine genua op, geen grootzeil. We zeilen oplettend door de scheren, dreigende luchten aan alle kanten en af en toe wat regen. Als we Marstrand naderen stricken we de genua en gaan op de motor verder door een fraai nauw kanaaltje, niet natuurlijk, met springstof “gegraven”. Hans wil het fotograferen maar ontdekt dat er water in de spoelbakken opkomt. Met de afwasteil hozen om het binnen droog te houden. We besluiten af te meren in Marstrand en een Volvo Penta dealer te gaan zoeken. Hans weet wat er defect is. Een vriendelijke Zweed helpt bij het aan leggen en duidelijk ook waar de dealer zit. Vlakbij, even met de pont over. Ze hebben het te vervangen ventiel op voorraad en Hans weet dat te monteren! We besluiten in Marstrand te blijven.

Kostereilanden, haventje Ekenas, 11 juni
Na het monteren van het nieuwe onderdeel in het koelsysteem van de motor testen we het goed werken uit door de motor niet in het werk hard te laten draaien. Om dat te bereiken moet je een rode knop bij de gashendel indrukken. Na het starten voor het wegvaren op 9 juni, merken we dat die rode knop het vertikt weer naar buiten te komen. Motor uit en aan het zwoegen met kruipolie en divers gereedschap. Dat kost tijd maar het belangrijkste is dat het lukt. We zetten de genua en op dat zeil varen we kalm naar het noorden. Op delen waar de scheren open naar het westen zijn, staan behoorlijke golven. Het weer is wat buiig, dreigende luchten, steeds meer zon. We schuiven door afwiselende vaarwater, soms alle ruimte, soms echt nauwe doorsteekjes. We bereiden de tochten voor met uitgebreide sets waypoints en de route wordt door de ander gecheckt. We leggen aan in Fiskebacksil. Het is een geweldig goed verzorgde haven. We strijken de genua, morgen verwachten we de fok te gebruiken. Het gaat veel later en minder regenen dan we dachten.
Op zaterdag 10 juni kiezen we eerst voor genua en zetten uiteindelijk de fok. Daar krijgen we geen spijt van! Dat is de goede keuze. De zon breekt al snel door. Onder een strak blauwe hemel varen we door een wonderschoon landschap met grote en kleine rotsen in rood-rose graniet. De zee breekt op de ondiepe delen en spat ver omhoog. We varen langs Kungshamn met huizen mooi aan het water, Smogen dito. Het smalle Sotaskanaal is prachtig en de brugwachter draait de burg mooi op tijd open; aanleggen zou er erg lastig zijn. Wat verderop pikken we een boei van de Zweedse Cruising Club op, drinken thee, werken de navigatie bij en genieten van de omgeving.
Via de mooie Hamburgsund bereiken we Grebbestad. We kiezen een ligplaats waar we regen de volgende dag en harder wind uit het ZW de daarop volgende dag kunnen doorstaan.
Maar op 11 juni pakt het weer anders uit. De regen valt mee. De avond in de haven werd getekend door harde muziek uit een cafe en van een Noorse motorboot. Redenen om te gaan vertrekken. Onderweg wel wat regen en niet goed zicht. Op de fok 16 mijlen naar Ekenas. We treffen er een vrijwel lege haven. De steiger is laag, heeft geen ogen of bolders voor de lijnen. De ogen zitten op labiele zijsteigertjes. Een Deen pakt ons eerst even aan en dan nemen we rustig de tijd Bellefleur goed vast te leggen. 

Zonsondergang Ekenas

Arholmen, een eiland in de Koster archipelago, 14 juni
De aandacht voor goed vastleggen is terecht. Voorbijvarende veerboten en andere vaartuigen houden zich netjes aan de maximum snelheid maar ze veroorzaken toch onrustig water. We kunnen door de constructie van de pontons alleen maar korte lijnen maken en dat geeft rukkende bewegingen op Bellefleur.
Op maandag 12 juni nemen we een verwaaidag. We doen we in het centrale gehucht van zuid-Koster boodschappen en wandelen in de directe omgeving van de haven. We vinden drie verschillende orchideeën. Ze zijn bijna uitgebloeid. In de avond maken we een gecombineerde fiets- en wandeluitstap naar het zuiden van het eiland. Dan draait de wind onverwacht naar NW en dat maakt het water nog onrustiger. Op de een of andere manier lukt het toch te slapen.

Na koffie vertrekken we op dinsdag 13 juni naar Arholmen. We gebruiken geen zeil (hesen voor vertrek wel de fok). Op de plek die we uitkiezen om langs de rots af te meren gaat alles heel lastig. We moeten heel wat toeren uithalen om Bellefleur zo te positioneren dat we van en aan boord kunnen gaan. Als we het net voor elkaar hebben verschijnt een Duitser op de rots en vertelt dat een inham verderop het veel gemakkelijker is. Hans verkent dat ter plekke, ik op de kaart. Daar pakt de Duitse zeiler onze lijnen aan. Al snel liggen we prima! Bellefleur ligt langszij de rots, in een baai van ongeveer 30 meter lang en 15 meter breed. We lopen in de middag van oost naar west over alle noord zuid lopende richels van het eiland met baaien aan noord en zuid zijde. Aan de zuidkant ligt de Duitser met zijn trimaran. Heerlijk zo midden in de rotsnatuur.

Arholmen: goed aan de rots

Arholmen

Woensdag 14 juni worden we wakker omdat Bellefleur tegen de plank botst die op het water tussen rots en schip drijft. Er is wind en alweer onverwacht uit het noorden. Al snel zwakt de wind weer af en draait alle kanten op. We vertrekken om 10 uur. Dan verwachten we wat zeilwind uit het zuiden.

15 juni, Son Noorwegen
Op de motor varen we kalm door de scheren en als we wat ruimte hebben, hijsen we grootzeil en genua. Het loopt lekker, al gauw een vaartje van ongeveer 5 knopen. Het is een heerlijk zonnige dag. We hebben een vrij korte route gepland naar Missingen, een klein eiland in de Noorse buitenscheren. Het ankerkommetje is kleiner dan verwacht, de ankerboei bezet door een motorboot, een groot zeiljacht aan het steigertje met een hele uitstalling alsof er een groot gezelschap wordt verwacht. We draaien om en gaan naar de tweede optie: een ankerbaai iets naar het ZO-sten, Flatskjaera. De aanvaarroute via zuid laten we niet doorgaan, het oogt te nauw. Aan de noordzijde binnenlopen is geen probleem. Ook hier is de enige ankerboei al bezet, we ankeren met het zware Bruce anker. Hard werken voor Hans. Het kleine anker dat normaal voorop zit, aan de kant zetten, het 20 kg anker uit de bakskist halen en naar voren dragen, monteren en dan kan de bediening worden gestart. We liggen als een huis maar draaien wel met wind en stroom mee uiteraard. In de avond gaan we met het opgeblazen bijbootje naar het grootse eiland. Het lijkt erop dat er een groeve is geweest voor het winnen van de mooi gekleurde graniet. Meeuwen gebruiken de platte delen die zijn ontstaan om feestmalen van krabben en mosselen te verorberen.

Op donderdag 15 juni neemt Willemien na het opstaan de eerste Zweedse dip. Het water rond de boot is helder, er zijn geen kwallen. Zweedse dip betekent hangend aan de zwemtrap net even helemaal in het zeewater. Lekker. Hans heeft er geen zin in. Nu betreft het zware werk het verwijderen van de zware modder aan het anker en het weer opbergen. We verlaten de baai in noordelijke richting op de motor. Er is heel weinig wind. We motoren een deel van de tocht. Maar gelukkig laat de wind ons het merendeel van de tocht lekker zeilen. Minder zon dan gisteren maar prettige temperatuur. We meren af in Son. Het is er nog vrij leeg als we aankomen. We belanden op basis van de informatie eerst aan de verkeerde steiger ( nu privé plaatsen). Dubbele actie. De supermarkt is dichtbij. Ze hebben een goede klant aan ons. Rond halftien is de gastensteiger aardig gevuld. Het seizoen is duidelijk begonnen!

Oslo, 17 juni
Ondanks regen en weinig wind vertrekken we op vrijdag 16 juni om half elf. We laten het grootzeil in de huik en slaan geen voorzeil aan. We zijn goed en wel van wal als er wel wind komt. Varende de fok gezet, met de automaat tegen de wind in gaat dat met weinig wind goed. Opkruisend door het nauwe deel van de Oslo fjord voor Drobak. Het levert een mooi spoor op Marine Traffic op meldt Jeike ’s avonds! We gaan door een heel klein met rode en groene boei gemarkeerde doorsteek in de Drobaksundet richting west. Dat moet wel op de motor. Dan is de wind ook op. We meren af in een nieuwe gastenhaven in dezelfde baai als Saetre Marina. Faciliteiten in een container, prijs gelukkig niet al te hoog. Aan het eind van de middag wandelen we een stuk van een kustpad richting west en weer terug. We zien veel nieuwe huizen met mooie architectuur. Veel strakke rechte blokken die we goed in het landschap vinden passen. Op een bankje aan een binnenmeertje kijken we naar een duikende kuifeend en naar zwanen met vier jongen. In de zon genieten we aan boord van een pilsje.

Zaterdag 17 juni wordt het een mix van op de motor varen, opkruisen en met ruime wind zeilen. Tijdens de tocht van half tien tot twee draait de wind van N naar Z. Een beetje kracht komt erin als we in Oslo zijn. We leggen eerst aan een buitensteiger aan en merken dat dat niet de aanmeldingssteiger is. Kunnen vandaar het havenkantoor van de Kongelig Norsk Seilforeniging wel bereiken. Ze hebben een plek voor ons. Eerst gaan we nog bij een andere steiger de vuilwatertank legen. Daarna meren we af in de toegewezen box. Na opruimen thee willen we met de veerboot die dichtbij een opstapplaats heeft, nog even naar het centrum voor wat boodschappen. De opstappers worden geteld, maximum aantal net bereikt voor ons. Volgende boot komt zo snel mogelijk. We nemen een ijsje en vermaken ons met een bruidspaar dat uitgebreid gefotografeerd wordt in de omgeving van onze jachthaven. De sluier moet enkele keren weer in het kapsel worden geprikt. Bijna ging de wind ermee vandoor. We besluiten voordat de volgende boot komt onze tocht naar het centrum uit te stellen tot morgen. We hebben nog voldoende aan boord om een lekkere maaltijd klaar te maken.
We hebben onze eindbestemming bereikt in drie weken met goede en vrij gemakkelijke zeilomstandigheden. Bijzonder weinig opgekruist, weinig in de regen gezeild. We tellen onze zegeningen!

Op zondag 18 juni nemen we de bus van half tien om naar het centrum te gaan en een Oslo pas aan te schaffen. Met die pas kunnen we onbegrensd in de stad reizen met tram, trein, bus en ferry en gratis vele musea in. Eerst gaan we naar het Ekebergparken: dat meldden we immers als aanleiding naar Oslo te gaan. Het is een groot park aan de ZO-zijde van de stad op een heuvel gelegen. De dichtheid van de kunstwerken is niet groot. We bekijken onszelf in de borsten en dijen van Marilyn en ook in het glas van de ruimtelijke glazen constructie die prominent op de website Ekebergparken.com staat. Het glazen huis past wonderwel in de de natuur en laat jou een spiegelbeeld zien dat je liever niet ziet. We bezoeken een ondergrondse locatie met twee ruimtelijke lichtexposities van James Turrell. Bijzonder intrigerend. We hadden een Engelstalige gids maar ze sprak te weinig duidelijk om haar uitleg op te pikken. Wel was duidelijk dat ze een fan van Turrell was. Zie voor zijn werk Spaces of light de website. We dolen door het park en hebben op een paar plekken een fantastisch uitzicht over de stad en de fjord.

Fotograaf weerspiegeld in de fraaie welvingen van Marylin

We lunchen lekker in het restaurant en gaan dan per tram terug naar het centrum. Net op tijd om aan te sluiten bij een stadswandeling met gids. Zij neemt ons mee langs de rivier Akerselva. Vroeger lag Christiania, de stad die pas later Oslo werd genoemd oostelijk van de rivier. Vaak brandden de houten huizen af. Op de westelijke oever mochten alleen stenen huizen worden gebouwd. Het stroomde flink in de Akerselva en wat hoger in de stad heeft de rivier drie watervallen. Er naast zijn zalmtrappen aangelegd. Aan de rivier vroeger veel industrie, nu veel ateliers etc. Bij de industrie ook het metaalbedrijf waar de beelden van Vigeland zijn gegoten. Aansluitend gaan we per bus naar Tuvholmen, een wijk ten ZW van het stadhuis die er bij ons vorige bezoek aan Oslo nog helemaal niet was. Mooie gebouwen met een mix van wonen en werken, veel restaurantjes en het prominente Astrup Fearnley Museum. We bezoeken de exposities die qua opzet wat lijken op die van Tate modern in Londen maar ons inhoudelijk minder aanspreken. Wel leuk is dat we in het museum een oud-promovendus van Hans met vrouw ontmoeten. Op het terras van het museum gezellig samen een biertje gedronken. De dag ronden we af met een dinertje. We zijn niet de enigen die op een terras eten. De Noren zijn erg blij met de warme, zonnige zondag na een lang koud voorjaar en weten hun rijk gevulde beurzen goed te gebruiken. Voldaan keren we met de bus en een stukje lopen terug aan boord.

Ook op maandag 19 juni is onze pas nog geldig. Er is maar een beperkt aantal musea open op de eerste dag van de week. Maar we maken een aardig programma. Eerst naar het Vigelandpark. Net als 11 jaar geleden: een prachtige ervaring. Hoe Vigeland zo mooi tederheid, liefde en blijheid in hard materiaal tot expressie kan brengen! De beelden met affectie tussen mensen spreekt ons ook nu weer meer aan dan die met agressie en ruzie. De zon blijft langer schijnen dan verwacht en daarom kiezen we ervoor een uitstapje te maken naar de skischans van Holmenkollen. We lopen naar de trein via een begraafplaats waar ook 24 Nederlanders in oorlogsgraven liggen, jonge mannen veelal gesneuveld in de eindfase van de tweede wereldoorlog. De schans is een gigantisch bouwwerk van beton en staal. We hebben op de top een prachtig uitzicht. Aan het skimuseum besteden we niet zo veel tijd. Terug met de trein naar het centrum. Het Design en Architectuur museum is wel open maar zit net tussen twee exposities in. In het Nobel Peace Center zijn we onder de indruk van president Santos, de laatste winnaar van de Nobelprijs voor vrede. Met de Ferry naar onze haven. Bij het bereiken van Bellefleur vallen de eerste druppen. Alweer een zeer geslaagde dag.

Vigeland beeld

Beeldengroep Vigeland

skischans Holmenkollen

De havenmeester van de KNS is er trots op dat hij ons de laatste ochtend dinsdag 20 juni warm kan laten douchen. Het liefst zou hij de hele entourage een grote verandering laten ondergaan. Maar door de historische waarde van de panden lijkt dat niet haalbaar. We vertrekken rond tien uur. Met grootzeil en genua, maar als voorzeil was de fok comfortabeler geweest. De wind is erg vlagerig. We maken wel vaart. In ruim 5,5 uren zeilen we 36 mijl naar Asgardstrand, een vrij kleine en nog rustige haven ten zuiden van Horten. We kiezen deze haven omdat we van hieruit Viking grafheuvels gaan bekijken. Na het aanleggen wandelen we in het plaatsje naar het huis waar Edward Munch heeft gewoond en gewerkt. Een inspirerende omgeving.

Op woensdag 21 juni doen we eerst boodschappen bij het supermarktje. Op onze vouwfietsen gaan we in de zon met een lekker temperatuurtje over een goed fietspad vrij dicht langs de zee naar Borre, ongeveer 4 km. Als we de grafheuvels zien, gaan we wandelen. Op het terrein met tientallen grafheuvels zijn meerdere groepen kleine kinderen met hun begeleiders (multicultureel) lekker aan het hollen en rennen of ze zitten heel rustig bij elkaar om te luisteren of wat te eten. Het oogt heel gezellig. Op zich zie je niet veel bijzonders: met gras overgroeide bulten van uiteenlopende omvang en hoogte of stapels keien. In een informatiecentrum worden we wijzer over de activiteiten van de Vikingen en de graven. Rijke en aanzienlijke Vikingen werden in kisten of boten (sommige wel 14 meter lang) begraven en aan hen werden allerlei belangrijke zaken en sieraden meegegeven. Borre was belangrijk in de elfde eeuw. De expositie was goed opgezet in een museum met mooie architectuur. Verder gewandeld naar de Gildezaal, een replica van een Viking feestzaal. Echt heel mooi van buiten en van binnen.

Interieur van de Gildehallen

De Viking troon in de Gildehallen

Centraal brandde er een haardvuur, de rook trok goed naar buiten. Na een snelle lunch het water op. Meer wind dan verwacht met goede snelheid opgekruist. De route over open water gekozen, anders hadden we in de scheren moeten motoren. Twee pogingen om aan de rots af te meren in de geul tussen Store en Lille Hui lukken niet, voor ons te ondiep. We varen door naar optie twee: Vestre Bolaerne. Het is er al erg vol maar vriendelijke Noren wijzen ons een plek en helpen bij het afmeren. Het lijkt prima. Maar ….. na ons legt een motorboot aan en dan dendert de haven al gauw van dreunende bassen. Na commentaar vermindert de lawaai overlast voor een tijdje. Rond 2 uur wordt een Noor boos en dat helpt ook weer tijdelijk. Vanaf vier uur zwijgen de speakers. Wat een irritatie! In de avond wandelen we naar het hoogste punt van het eiland. Ook daar is een Viking graf, met blootliggende keien. Mooi gevarieerde wandeling, al kom je op veel plaatsen materialen tegen die laten zien dat Noorse militairen er veel geoefend hebben.

We staan om 7 uur wat brak op, op donderdag 22 juni. In de morgen is er NO-wind. Die benutten we om op de genua door de scheren te zeilen. We schuiven traag door het boeiende landschap. Maar een paar mijl voor het beoogde eindpunt zetten we de motor aan. Verdens Ende, letterlijk het eind van de wereld is een heel bijzondere haven. Kleine en grote rotseilanden zijn met elkaar verbonden door een kunstmatige dam en een bruggetje. Zo hebben ze een beschutte haven gemaakt en een toeristische attractie. Een expositieruimte voor het natuurreservaat Faerder en een restaurant op een locatie met geweldig uitzicht maken het geheel compleet.

De haven van Verdens Ende

Vuurkorf als scheepsbaken op Verdens Ende

Het ontbijt smaakt heerlijk, in de zon met prachtig uitzicht op rotsen en het complex met restaurant en expositieruimte. We leggen het traject van de dag, vrijdag 23 juni, helemaal af op de motor. Er is heel weinig wind en de koers is pal op de wind. We meren om 12.15 uur al af in Stavern en als de genua in de zak zit, begint het te regenen.

Viering van Sankt Hans met klassiek bootjes in Stavern

Het verslag is tijdens de verwaaidagen niet aangevuld. Meestal vliegen die dagen om met klusjes en contacten leggen. Op zaterdag 24 juni komt een Noor, Morten uit Arendal, aan boord. Hij is die dag alleen op zijn grote tweemaster. Vrouw en kinderen zijn naar een feestje in Oslo. Morten past op de hond van drie maanden. Morten geeft tips over ankerplaatsen en havens in het traject Stavern-Arendal. ’s Middags maken wij kennis met de bemanning van de Wandelaar, zij zijn ook kustzeilers.
Op zondag komt Morten bij ons koffie drinken. We hebben een interessante discussie of iets een perpetuum mobile is of niet. In de avond brengen Ruud en Joke van de Wandelaar een tegenbezoek. Het wordt laat, zeilers kunnen veel verhalen! We delen de St. Petersburg ervaring, wij in de tweede reis, zij in de derde.

Op maandag 26 juni is de wind gekalmeerd, na drie nachten gaan we Stavern verlaten. We varen deels over zee en deels door de scheren. Het meeste kunnen we op zeil doen. We lunchen in Nevlunghaven, een klein vissersplaatsje met zeer beperkte ruimte voor jachten. We kunnen even afmeren op een Noors jacht dat net voor ons arriveert. We maken na een snelle lunch een wandeling in de havenomgeving en gooien weer los. We willen zien of we nog een plekje in de Paradisbukta kunnen bemachtigen en nu het drukker wordt, moet je er vroeg zijn. We proberen een stekkie langs de rots maar stoten met de kiel. Nog gekeken of we als tweede jacht in het baaitje voor anker konden maar er past echt maar 1 jacht in. Naar de tweede optie voor de nacht: Vervebukta, een baai iets noordelijker. Daar drijft uitnodigend een ankerboei en die nemen we graag in gebruik! De wind staat in de baai maar dat hindert zo helemaal niets. We hebben er een rustige nacht, zeker in vergelijking met de hobbelige nachten in Stavern.

Er is een dag met weinig wind voorspeld voor dinsdag 27 juni. We varen de hele dag op de motor maar hebben daarmee de gelegenheid het landschap van de scheren intensief te bekijken. Om en om aan het roer. De mooie gebieden rijgen aaneen. We doen boodschappen in Valle en zijn aangenaam verrast door de kwaliteit van steigers met bolders, winkelaanbod en service bij de dieselpomp. We varen door de binnenscheren langs Kragero naar een baaitje Rekevika. Het lijkt ons een mooie plek om een maaltijd met garnalen te genieten: garnaal in het Noors is reker. Dat gaat niet door, we raken licht de bodem voor we op een goede plek zijn. We varen nog 6 mijl verder en meren af aan de kopsteiger van een haven vol met motorbootjes. De haven blijkt privaat te zijn, onze gids meldde wel gastenplaatsen. Er komt niemand die ons wegstuurt.

Het private motorboten haventje biedt ons wel een aanlegsteigertje

We hebben een mooi uitzicht op het water en de kustlijn. Er zijn bij het haventje een paar honderd huizen op de rotsen gezet, autoverkeer tussen de huizen alleen voor laden en lossen. Goed onderhouden huizen met veel aandacht voor de tuintjes. We maken in de avond nog een boswandeling, eten de eerste nog niet echt rijpe bosbessen.

Op woensdag 28 juni vroeg op, we willen voor er veel wind komt, afmeren in Arendal, een traject van 35 mijl. We ontbijten tijdens het varen (tegen de wind op nauw vaarwater) op de motor. Daarna benutten we de NO wind om weer door de scheren te gaan, eerst met grootzeil en fok, later alleen op de fok. Een paar delen gaan over open zee. Mooie gebieden rond Portor, Risor en Lyngor. Het gaat allemaal erg vlot. We meren al om 14 uur af. De gastenhaven is veranderd. We vinden een goede plek om twee dagen met veel wind te doorstaan.

Bij de jachthaven is een zwembad gemaakt. Toegang daartoe kan je kopen op de automaat van de haven, net zoals voor douches. Dat laatste merken we pas als we bloot op de doucheknop staan te drukken. We hadden verwacht dat de toegangscode ons warm water zou verschaffen. We zijn niet de enigen die moeite hebben met de software die ze hier hanteren!

Op donderdag 29 juni gaan we shoppen voor presentjes. We benutten het winkelaanbod in een groot winkelcomplex niet ver van de haven en slagen naar ons zin. De dag besteden we aan weerberichten en andere informatie.

Kerk in Arendal

In de morgen van 30 juni ontdekken we een tijdslot waarin we van Arendal naar Skagen of Thyboron kunnen varen. Om 22 uur vertrekken lijkt ons het beste. We doen overdag kalm aan: boodschappen halen en een stadswandeling door het oude deel van de stad. We slapen een paar uren aan het eind van de middag. Na het eten zetten we de fok en maken Bellefleur verder zeilklaar. We kiezen voor de route naar Thyboron. Daar speelt in mee dat de oppas in Enschede door bijzondere omstandigheden anders wordt. Na een zonnige dag is het een warme avond. Bij mooie ondergaande zon varen we naar zee. De vuurtoren begint te werken. De zee is verrassend kalm.

In het laatste zonlicht verlaten we Arendal

Het vuurtorentje geeft een laatste groet.

En met dit beeld verlaten we Arendal en Noorwegen.

Met weinig wind lopen we niet hard maar wel comfortabel. Hans doet de eerste wacht. Zoals gebruikelijk lossen we elkaar af. Zonder een toegift van stroom mee zou de vaart te klein zijn om voldoende op te schieten. Nu weten we het gebruik van de motor te beperken tot twee uren in de zaterdagmiddag, 1 juli. Zoals voorspeld draait de wind in de windstille periode van NO naar W. De kracht neemt ook snel toe en we zetten deze vakantie voor het eerst een rif. Hans beheerst de techniek van aanleggen nog goed! Met 7 tot 8 knopen lijkt het alsof we vliegen! Hans weet met flinke zeegang toch een maaltijd in onze borden te krijgen. Voldoende energie om met twee stormrondjes goed de ingang bij Thyboron in te draaien. Dankzij de snelle fase aan het eind meren we om 20 uur af, 106 mijl afgelegd. De zon verdwijnt dan achter de wolken. Na het opruimen gaan we snel slapen.

Zondag 2 juli vaart er geen enkel schip uit. Er liggen in totaal 7 jachten: 2 Noors, 2 Duits, 2 Nederlands, 1 Zweeds. Waar zijn de Denen? 

In de jachthaven voeren alle zeilschepen een gastenvlaggetje.

Daarom varen we niet uit!

Het waait flink. Bellefleur krijgt een beurt, Hans controleert de olie en ontdekt een mankement in de bevestiging van de wierpot. Hij voert de reparatie meteen uit. We wandelen langs de ruige zee en vinden in de duinen een groot monument ter herinnering aan de slag om Jutland waarbij duizenden zeelieden het leven lieten in 1914. Mooi uitgevoerd.

Het oorlogsmonument in de duinen

Op maandag 3 juli vertrekken twee jachten richting Llimfjord, er komen een paar andere jachten bij. Het waait nog steeds pittig. We brengen een bezoek aan het Sea War museum dat naast het herinneringsmonument staat. Ze hebben een erg goede tentoonstelling weten te maken over de grootse zeeslag aller tijden, op de Noordzee hier zo’n honderd kilometer vandaan. De Engelsen hadden een superieure vloot, in totaal 151 schepen, tegen de Duitsers 99. De bemanningen waren respectievelijk 60000 tegen 45000 personen, van hen verloren bijna 6100 en 2600 het leven. Toch hebben de Engelsen hun zeggenschap over de Noordzee behouden en gelden dus als winnaar. In het museum zijn veel materialen tentoongesteld die van de zeebodem zijn gehaald. Bij sluitingstijd zijn we nog niet uitgekeken. We mogen op het toegangskaartje (laag tarief voor senioren) morgen nog weer terugkomen.

In de nacht van dinsdag 4 juli ligt Bellefleur niet erg rustig door de wind, toch slapen we goed. Na de koffie ronden we het museumbezoek af. We vullen onze voorraad aan. Als het weer zich ontwikkelt volgens de modellen kunnen we morgen vertrekken.

Woensdag 5 juli checken we direct na de wekker de windverwachtingen voor de komende dagen. De uitkomst is: rustig voorbereiden en vertrekken. Om 10 uur gaan de trossen los. Hans zet bij het hijsen een rif. Alleen op grootzeil halen we op het vlakke water in de luwte van de haven al 6 knopen, maar aan de wind met golven loopt de snelheid terug naar ruim 2. We rollen de fok uit als we over stuurboord liggen, nog eenmaal overstag en dan gaan we op koers 207 graden liggen. Met die richting komen we bij Vlieland uit: rechtstreeks nog ca. 245 mijl te gaan! Bij een paar golven krijgen we flink water over, de zeilpakken zijn niet voor niets aan. Onze snelheid is rond de 7 knopen, later lezen we als maximale snelheid (lekker meegenomen door een golf) 12,3 knoop af. Twaalf uur na vertrek neemt de windkracht af. Een voorspelde windstille periode breekt aan. We laten de zeilen aangetrokken staan maar halen snelheid door de motor. De zonsondergang is mooi maar niet spectaculair. De maan staat bijna vol aan de hemel, daardoor is er weinig van de sterren te zien. We slapen na elkaar redelijke perioden, het schip ligt rustig. Als we een etmaal zeilen komt er weer wind, nu uit het oosten. Geleidelijk neemt de kracht toe. Tegen de tijd dat Hans gaat koken ligt Bellefleur aardig onder helling. Gelukkig is het een simpele maaltijd, die lekker smaakt. De vaarweg voor de schepen met echt grote diepgang of gevaarlijke stoffen kunnen we zonder meer oversteken: geen schepen in de buurt. Bij de kustroute is het even puzzelen maar Hans kiest het moment van dwars oversteken uitstekend: drie schepen gaan van O naar W mooi voor ons langs, in de andere richting treffen we geen schepen. Een paar uren is de zee behoorlijk onstuimig, dan keert vrij plotseling de rust terug. De zee wordt snel weer vlak. Om ons heen zien we het weerlichten in de verte. De donkere wolk dichtbij pakt niet echt boven ons uit. De wind valt weg als we in het zeegat zijn. De motor moet de laatste 5 mijlen draaien. Om 4 uur in de vroege ochtend van vrijdag 7 juli meren we af in de voorste kom van de haven van Vlieland. De afgelegde afstand volgens het log is 251 zeemijlen, in 42 uren. We melden de kinderen de geslaagde oversteek.
Om 8.30 uur zijn er twee weksignalen: de Zweedse buren willen in een box gaan liggen en de telefoon gaat. Kleinzoon Jaap informeert of hij mag opstappen. Dat is prima en een grote verrassing. Hij stapt om kwart over twee van de snelle veerboot. We staan gedoucht hem op te wachten!
In de avond maken we plannen voor de komende dagen.

Zaterdag 8 juli zeilen we buitenom van Vlieland naar Oudeschild, Texel. Aandewind, ruime wind, voor de wind, alles komt aan bod. Voor het Molengat (tussen Texel en de grote zandplaat Noorderhaaks ten ZW van Texel) varen we een paar uren met de spinnaker. Het Molengat is plaatselijk nauw en dus strijken we de spinnaker weer. Op de Noorderhaaks zien we honderden zeehonden liggen. Bijna zonder kruisen zeilen we door het Marsdiep en over de Waddenzee naar Oudeschild. Een mooie tocht. Direct na het afmeren pompt Jaap de bijboot op. Het motortje doet het prima. Jaap spelevaart en biedt ons een tochtje aan.

De zondag besteden we meest op Texel. Aan het eind van de middag zeilen we naar Den Helder. Jaap krijgt een hele dikke zeehond die vis krijgt toegeworpen van een vissersboot, op enkele meters van zijn bootje! Op de dijk bij het controlecentrum van de haven kijken we naar een zonsondergang. Of er foto’s gelukt zijn met zon en bokkensprongen van Jaap en Hans moet nog blijken.

Jaap stapt maandag 10 juli weer af. In de middag heeft hij een afspraak in Arnhem. Voor vertrek nog gauw een tochtje met het bootje. Op de terugweg vanaf het station doen we wat boodschappen. Er is weinig wind. We blijven liggen.

Op dinsdag 11 juli zeilen we met comfortabele zeer geschikte wind via Den Oever naar Lelystad.
Woensdag 12 juli geen zeilersnieuws, op stap naar Emmeloord en Arnhem.
Donderdag ook geen zeilinfo, naar Den Haag en ’s Gravenzande.
Vrijdag 14 juli benutten we de ZW wind die langer blijft dan voorspeld en ons tot voorbij Stavoren brengt. Ter hoogte van Hindeloopen zetten we een rif en vanaf Workum is het echt aan de wind. Hoge snelheden, actief sturen. Het IJsselmeer is lichtgroen als de zon erop schijnt. De hele donkere luchten met een enkele onweersklap geven een hele bijzondere sfeer. Om 14.30 uur ligt Bellefleur weer in haar eigen box bij Seabell in Makkum.

Gevaren afstand: 1300 mijl

Aantal motoruren: 63.